ECLI:NL:RBDHA:2024:15426

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
NL24.7211
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • S. Ketelaars – Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in asielzaak na intrekking beroep

In deze zaak heeft verzoeker op 9 november 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Na een periode van inactiviteit heeft verzoeker op 26 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. De minister van Asiel en Migratie heeft op 23 april 2024 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Hierop heeft verzoeker op 26 april 2024 het beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van de verweerder.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van verzoeker inmiddels was ingewilligd, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding kennelijk gegrond was. De verweerder heeft op 13 mei 2024 aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden. De rechtbank heeft vervolgens de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker, vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de ingediende beroepschrift en de geldende tarieven.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars – Mast, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Verzoekers die het niet eens zijn met deze uitspraak hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.7211

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

v-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. J. Eliya),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 9 november 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
Verzoeker heeft op 26 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag.
Op 23 april 2024 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd.
Op 26 april 2024 heeft verzoeker het beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken en daarbij verzocht om een veroordeling van verweerder in de proceskosten.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Op 23 april 2024 heeft verweerder alsnog een besluit genomen op de aanvraag van verzoekster. Het verzoek is om die reden kennelijk gegrond. Verweerder heeft bij brief van 13 mei 2024 aangegeven bereid te zijn de proceskosten aan verzoeker te vergoeden.
3. De rechtbank draagt verweerder op de proceskosten aan verzoeker te vergoeden. Toegekend wordt € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars – Mast, rechter, in aanwezigheid van
mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.