Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Overwegingen
Beslissing
herstelt de uitspraak van 11 september 2024 aldus dat in plaats van “11 november 2024” moet worden gelezen “11 september 2024”,
Rechtbank Den Haag
Op 20 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een eerdere uitspraak van de rechtbank van 11 september 2024, die op 13 september 2024 aan de verzoeker is bekendgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze eerdere uitspraak een kennelijke verschrijving bevatte. In het dictum van de uitspraak stond abusievelijk de datum 11 november 2024 vermeld, terwijl de juiste datum 11 september 2024 was. De rechtbank heeft besloten deze misslag te herstellen.
In de hersteluitspraak is bepaald dat in plaats van “11 november 2024” nu moet worden gelezen “11 september 2024”. De rechtbank heeft verder aangegeven dat het dictum van de eerdere uitspraak voor het overige ongewijzigd blijft. Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.