ECLI:NL:RBDHA:2024:15624

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
NL24.31539
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen

Op 30 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.31539. De voorzieningenrechter, mr. E.F. Bethlehem, heeft een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoekster, die in beroep was gegaan tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Dit besluit, genomen op 8 augustus 2024, hield in dat de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling werd genomen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

De verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig was. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (NL24.31538), waarin al op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.31539

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J.M. Bell),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 8 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.31538, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 30 september 2024 door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.