ECLI:NL:RBDHA:2024:15773

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
NL23.6464
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Italië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R. Balkenende, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A.A. Wildeboer, had echter op 2 maart 2023 besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is op 30 maart 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.6463). In de uitspraak van 25 april 2023 in die andere zaak heeft de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van verzoeker, waardoor de voorzieningenrechter oordeelt dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C. Brouwer, in aanwezigheid van griffier N. Walstra, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De minister en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid worden in deze uitspraak aangeduid als de minister voor de leesbaarheid.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht zaaknummer: NL23.6464
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. R. Balkenende), en
de minister van Asiel en Migratie [1] , de minister (gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Procesverloop

Bij besluit van 2 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is, tezamen met de zaak NL23.6463, op 30 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van 25 april 2023, zaaknummer NL23.6463, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Brouwer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.