ECLI:NL:RBDHA:2024:15836

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.27809
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en terugkeerbesluit na vrijwillig vertrek naar Moldavië

Op 1 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de asielaanvraag van eiseres. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres op 10 september 2024 vrijwillig naar Moldavië is vertrokken met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Eiseres had een vertrekverklaring ondertekend waarin zij verklaarde Nederland vrijwillig te verlaten en instemde met het beëindigen van openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel het beroep niet is ingetrokken, eiseres geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar asielaanvraag. Daarnaast heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard voor zover dit gericht was tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod. Eiseres had met het bestreden besluit ook een terugkeerbesluit en een inreisverbod ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat eiseres geen zelfstandige beroepsgronden had aangevoerd tegen deze besluiten.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is voor de afwijzing van de asielaanvraag en ongegrond voor het terugkeerbesluit en het inreisverbod. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27809

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R. Akkaya),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 5 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 18 september 2024 op zitting behandeld in Breda, gelijktijdig met het beroep in de zaak met zaaknummer NL24.27808. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de minister. De gemachtigde van eiseres heeft zich afgemeld voor de zitting. Eiseres is zonder bericht niet verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank beoordeelt eerst de ontvankelijkheid van het beroep.
2. Verweerder heeft op 16 september 2024 een vertrekverklaring overgelegd, waaruit blijkt dat eiseres op 10 september 2024 met hulp van de IOM [1] Nederland naar Moldavië is vertrokken. De verklaring is ondertekend door eiseres. Daarmee verklaart zij dat zij Nederland vrijwillig verlaat en dat zij ermee instemt dat nog openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel worden beëindigd.
3. Het beroep is naar aanleiding van de vertrekverklaring niet ingetrokken. De rechtbank leidt uit de vertrekverklaring, in combinatie met het feit dat eiseres vrijwillig naar Moldavië is vertrokken, af dat eiseres geen aanspraak meer wenst te maken op een verblijfsvergunning asiel. Eiseres heeft daarom geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Het beroep is in zoverre niet-ontvankelijk.
4. Eiseres heeft met het bestreden besluit ook een terugkeerbesluit en een inreisverbod gekregen. In de vertrekverklaring is uitdrukkelijk vermeld dat procedures tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod zijn uitgezonderd van de verklaring. Eiseres heeft dus met de vertrekverklaring niet ingestemd met het beëindigen van het beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod. Eiseres heeft Nederland echter wel vrijwillig verlaten. Daarmee is het terugkeerbesluit uitgewerkt. Aangenomen al dat eiseres desondanks nog procesbelang heeft bij haar beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod, geldt dat eiseres geen zelfstandige beroepsgronden heeft aangevoerd tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod, zodat er geen grond bestaat voor het oordeel dat verweerder ten onrechte tegen eiseres een terugkeerbesluit heeft uitgevaardigd en een inreisverbod voor de duur van twee jaar heeft opgelegd. Het beroep is in zoverre ongegrond.
5. Het beroep is niet-ontvankelijk voor zover dat is gericht tegen de afwijzing van eisers asielaanvraag. Het beroep is ongegrond voor zover dat is gericht tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod.
6. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk voor zover dat is gericht tegen de afwijzing van de asielaanvraag;
 verklaart het beroep ongegrond voor zover dat is gericht tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod.
Deze uitspraak is gedaan op 1 oktober 2024 door mr. S. Hindriks, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Internationale Organisatie voor Migratie