Uitspraak
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
identiteit, nationaliteit en herkomsten
activiteiten door BNPgeloofwaardig. Ten aanzien van het relevante element
identiteit, nationaliteit en herkomstheeft verweerder de door eiser genoemde persoonsgegevens aangehouden, omdat eiser zijn identiteit niet met documenten heeft aangetoond. Volgens verweerder heeft eiser zijn eigen paspoort met daarin een visum weggegooid voor aankomst op Schiphol. Vervolgens verklaarde eiser dat hij [naam 1] heette, terwijl hij vóór aanvang van het aanmeldgehoor andere persoonsgegevens heeft genoemd. Deze laatste persoonsgegevens zijn door verweerder aangehouden in deze procedure. Verder acht verweerder het relevante element
bedreigd en mishandeld door Awami Leagueniet geloofwaardig, omdat uit eisers verklaringen niet duidelijk is geworden waarom hij het huisbezoek van Awami League in 2024 ziet als bedreiging. Ook heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat hij door de Awami League is mishandeld na zijn toespraak in 2021. Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat eiser inconsistent heeft verklaard over de mishandeling en gevangenneming in 2020. Zo komen zijn verklaringen niet overeen met de inhoud van het proces-verbaal dat hij heeft overgelegd. Zo verklaart eiser dat hij ten onrechte wordt beschuldigd van het mishandelen van [naam 2] , een leider van de Awami League, terwijl in het proces-verbaal volgens de tolk tijdens het nader gehoor wordt gesproken over het illegaal bezetten van straten, vechtpartijen en meerdere mensen die gewond raakten. Ook is niet logisch en summier verklaard over de mishandeling en gevangenneming in 2015. Daarnaast heeft eiser volgens verweerder tegenstrijdig verklaard over de reden van zijn vertrek.
“Executive Committee of the Terrorist Party (BNP)”. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de landeninformatie omtrent Bangladesh onvoldoende betrokken bij de beoordeling van eisers asielaanvraag. Verweerder heeft met de overwegingen in het besluit geen juiste invulling gegeven aan de toets of naar aanleiding van het geloofwaardig geachte deel van het relaas, namelijk de politieke activiteiten voor BNP, voor eiser gegronde vrees voor vervolging bestaat. Verweerder moet de geloofwaardig geachte deel van het relaas beoordelen in het licht van de (politieke) situatie in Bangladesh en de positie van de BNP in relatie tot de aard en omvang van de politieke activiteiten van eiser. De beroepsgrond slaagt.