ECLI:NL:RBDHA:2024:1594
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Mali
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Malinese nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 oktober 2023, en eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, met een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 6 februari 2024 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 8 januari 2024. Eiser stelde dat er geen redelijk zicht was op uitzetting naar Mali, en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelde. De rechtbank oordeelde echter dat het aan eiser was om aan te tonen dat er geen zicht op uitzetting was. Eiser is hierin niet geslaagd, aangezien hij niet meewerkte aan de benodigde presentaties bij de Malinese autoriteiten.
De rechtbank concludeerde dat verweerder voldoende inspanningen heeft verricht om de uitzetting van eiser mogelijk te maken en dat de langere duur van de procedure niet aan verweerder kan worden toegerekend. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.