ECLI:NL:RBDHA:2024:15962
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake wijziging verblijfsvergunning op humanitaire gronden
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die van Surinaamse nationaliteit is, tegen de afwijzing van haar aanvraag tot wijziging van de reguliere verblijfsvergunning. De aanvraag was gericht op wijziging van de verblijfsvergunning onder de beperking 'verblijf als familie- of gezinslid bij de heer [naam 2]' naar een verblijfsvergunning onder de beperking 'niet-tijdelijke humanitaire gronden'. De minister van Asiel en Migratie heeft op 3 oktober 2023 deze aanvraag afgewezen. Het bezwaar van verzoekster tegen deze afwijzing werd bij het bestreden besluit van 1 juli 2024 door de minister gehandhaafd.
Verzoekster heeft op 2 augustus 2024 een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek, samen met het beroep tegen het bestreden besluit (zaaknummer NL24.27853), op 17 september 2024 behandeld tijdens een zitting. Tijdens deze zitting waren verzoekster, haar gemachtigde mr. H.T. Gerbrandy, en de gemachtigde van de minister, mr. K. Nuninga, aanwezig. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter de zaak beoordeeld.
In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het samenhangende beroep van verzoekster ongegrond verklaard. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.