ECLI:NL:RBDHA:2024:16221
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag leidt tot niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft eiser op 10 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 1 mei 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 3 oktober 2024 uitspraak gedaan. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag zou oorspronkelijk op 1 november 2023 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de nieuwe einddatum op 1 augustus 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat de ingebrekestelling van eiser op 15 april 2024 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet ingaat op de inhoud van de asielaanvraag zelf, maar enkel op de procedurele aspecten van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.