ECLI:NL:RBDHA:2024:16223
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag leidt tot niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft eiser op 10 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 10 juli 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 3 oktober 2024 uitspraak gedaan. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag zou op 10 januari 2024 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 10 oktober 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat de ingebrekestelling van eiser op 15 april 2024 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet verder ingaat op de inhoud van de asielaanvraag zelf, maar enkel op de procedurele aspecten van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na bekendmaking.