Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] ,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 21 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 7 maart 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser op 7 september 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 7 juni 2024 eindigt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat op het moment van de ingebrekestelling op 6 juni 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is de ingebrekestelling prematuur ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.