Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 7 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 27 september 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 15 maart 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft echter aangegeven het beroep te handhaven voor zover de minister niet uit eigen beweging de proceskosten van eiser vergoedt. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat met de inwilliging van de asielaanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft in dat opzicht. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 437,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De uitspraak is gedaan op 27 september 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.