ECLI:NL:RBDHA:2024:16349

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.34803
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 2 september 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. Dit besluit was genomen op basis van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 26 september 2024, waar zowel de gemachtigde van verzoeker, mr. M.K. Bulthuis, als de gemachtigde van de minister, mr. S. Bozkurt, aanwezig waren. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting, heeft de voorzieningenrechter op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de hoofdzaak (zaaknummer NL24.34802), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. S. Derks, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.34803

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , [v-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.K. Bulthuis),
en
de Minister van Asiel en Migratie [1] ,
(gemachtigde: mr. S. Bozkurt).

Procesverloop

Bij besluit van 2 september 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (NL24.34802). Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.34802, op
26 september 2024 op zitting behandeld. De gemachtigde van verzoeker is verschenen. De minister heeft zich eveneens laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Verzoeker stelt van [Nigeriaanse] nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [5 mei 1994]
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.34802, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S. Derks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.