ECLI:NL:RBDHA:2024:16452
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 25 september 2024, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening.
Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit verzoek niet meer nodig was. Dit was gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL24.37470), waarin al op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.