ECLI:NL:RBDHA:2024:16460
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres op 3 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 31 oktober 2023 had ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had de ingebrekestelling op 27 mei 2024 ingediend, maar de wettelijke beslistermijn was nog niet verstreken op dat moment. De beslistermijn was verlengd door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor deze pas op 31 januari 2025 zou eindigen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.