Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] ,
[naam] ,
[naam] ,
[naam] ,
[naam] ,
[naam] ,
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
€ 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde van € 875,- en een wegingsfactor 0,5).
Beslissing
- verklaart het beroep ten aanzien van [naam] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep ten aanzien van de overige eisers gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 1 april 2025 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eisers gezamenlijk een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- stelt de hoogte van de door de minister aan eisers gezamenlijk verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers gezamenlijk tot een bedrag van € 437,50.
mr.B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.