ECLI:NL:RBDHA:2024:16579
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024, hebben verzoekers, die gezinsleden zijn, afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De aanvragen waren ingediend op respectievelijk 14 oktober 2022 en 31 juli 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft op 5 juni 2024 de asielaanvragen ingewilligd, waarna verzoekers hun beroepen hebben ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er samenhang is tussen de zaken van verzoekers, wat betekent dat de verzoeken als kennelijk gegrond zijn toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb, en heeft de beslissing openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De uitspraak is bekendgemaakt op 10 oktober 2024.