ECLI:NL:RBDHA:2024:16579

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.16786 en NL24.16805
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvragen en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024, hebben verzoekers, die gezinsleden zijn, afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De aanvragen waren ingediend op respectievelijk 14 oktober 2022 en 31 juli 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft op 5 juni 2024 de asielaanvragen ingewilligd, waarna verzoekers hun beroepen hebben ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er samenhang is tussen de zaken van verzoekers, wat betekent dat de verzoeken als kennelijk gegrond zijn toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb, en heeft de beslissing openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De uitspraak is bekendgemaakt op 10 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.16786 en NL24.16805

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoekers] , verzoekers

V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. Y.G.F.M. Coenders),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoekers hebben op respectievelijk 16 en 17 april 2024 afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen van respectievelijk 14 oktober 2022 en 31 juli 2022.
Bij twee afzonderlijke besluiten van 5 juni 2024 heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers ingewilligd.
Verzoekers hebben de beroepen ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank neemt samenhang aan tussen de zaken van verzoekers, omdat zij gezinsleden zijn en nagenoeg gelijktijdig beroep hebben ingesteld.
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Bpb. [2] Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
3. Nu verweerder niet binnen de hiervoor geldende termijn op de asielaanvragen van verzoekers heeft beslist en deze asielaanvragen hangende de beroepen tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan de beroepen van verzoekers tegemoetgekomen.
4. De verzoeken worden als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Gezien de samenhang tussen de ingediende beroepen wordt op grond van artikel 3 van het Bpb de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien de beroepen alleen zien op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan op 10 oktober 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Besluit proceskosten bestuursrecht.