Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
[naam],
[naam],
[naam],
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
30 december 2024 de tijd krijgt om alsnog een besluit te nemen en aan de minister een dwangsom wordt opgelegd. De rechtbank stelt ook de door de minister verschuldigde bestuurlijke dwangsom vast.
(1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde van € 875,- en een wegingsfactor 0,5).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 30 december 2024 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eisers gezamenlijk een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- stelt de hoogte van de door de minister aan eiser verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers gezamenlijk tot een bedrag van € 437,50.
M.A. Postma, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.