ECLI:NL:RBDHA:2024:16852

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
AWB 24/5789
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres op 31 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. De minister van Asiel en Migratie heeft echter niet tijdig een besluit genomen op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep door eiseres op 29 maart 2024. De rechtbank heeft in deze uitspraak de procedurele aspecten van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit beoordeeld.

De rechtbank overweegt dat eiseres verzocht heeft om vrijstelling van het griffierecht, wat is toegewezen. Vervolgens heeft de rechtbank op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb.

Eiseres heeft de minister in gebreke gesteld op 14 maart 2024, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit op 29 maart 2024 verstreken was. Echter, het beroepschrift is niet tijdig ingediend volgens de vereisten van artikel 6:12, tweede lid van de Awb. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/5789

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2024 in de zaak tussen

[naam] , eiseres,

V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. N.B. Swart),
mede namens haar minderjarige kinderen:

[naam] ,

[naam] ,

en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister.

Procesverloop

Eiseres heeft op 31 augustus 2023 een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
Eiseres heeft op 29 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister.

Overwegingen

1. Eiseres heeft verzocht om een vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding dit verzoek toe te wijzen. Eiseres hoeft dus geen griffierecht te betalen.
2. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
3. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.
4. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, is bepaald dat een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
5. Voordat eiseres beroep kan instellen tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag, moet eiseres schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op haar aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan eiseres beroep instellen.
6. Eiseres heeft bij brief van 14 maart 2024 de minister in gebreke gesteld. Uit het dossier blijkt dat de minister deze brief op 15 maart 2024 heeft ontvangen. Op grond van artikel 4:17, derde lid van de Awb vangt de termijn van twee weken als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid van de Awb aan één dag na ontvangst van de ingebrekestelling. In de situatie van eiseres is dat op 16 maart 2024. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn daarom is verstreken op 29 maart 2024. Eiseres heeft het beroepschrift ingediend op 29 maart 2024. Het beroep voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid van de Awb.
7. Gelet op het voorgaande is het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.