ECLI:NL:RBDHA:2024:16949

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.28026
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 18 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoekster, die samen met haar minderjarige kind optrad, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de minister van Asiel en Migratie op 8 juli 2024 afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. Hiertegen heeft de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op 29 augustus 2024 behandeld, waarbij de verzoekster, haar gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Tijdens deze zitting was ook een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aan deze zaak gerelateerde zaak NL24.28025, waarin het beroep van de verzoekster is behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.

Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28026

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster] , verzoekster,

V-nummer: [V-nummer 1] ,
mede namens haar minderjarige kind,
[naam kind],
V-nummer: [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. J. Oosterhof)
en
de minister van Asiel en Migratie [1]
(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Procesverloop

Bij besluit van 8 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.28025, op
29 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van de minister. Ook was er een tolk aanwezig.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.28025, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.