ECLI:NL:RBDHA:2024:17066

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.34054
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen de verzoeker, met V-nummer [V nummer], en de minister van Asiel en Migratie, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure, welke door de minister op 28 augustus 2024 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 oktober 2024, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. E.R. Weegenaar en een tolk, heeft de minister zich laten vertegenwoordigen door mr. M.M. van Duren.

De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat de verzoeker van Ugandese nationaliteit is en geboren op [geboortedatum] 1987. Op dezelfde dag heeft de rechtbank uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.34053), waarin het beroep van de verzoeker ongegrond is verklaard. Gezien deze uitspraak is de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar gemaakt op 17 oktober 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.34054
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer: [V nummer] ,

(gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar), en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,de minister,
(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

1. Bij besluit van 28 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.34054, op 10 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen P. Kuypers. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

2. Verzoeker stelt van Ugandese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1987.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.34053, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
17 oktober 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.