ECLI:NL:RBDHA:2024:17131
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige verklaringen over huwelijk en afkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Somalische man, had op 30 juni 2021 een asielaanvraag ingediend, die op 11 augustus 2022 door de minister van Asiel en Migratie als ongegrond werd afgewezen. Eiser stelde dat hij in 2017 in het geheim was getrouwd met een vrouw van een hogere stam, wat leidde tot problemen met haar familie en uiteindelijk zijn vlucht uit Somalië. Tijdens de zitting op 26 september 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser over zijn huwelijk en de problemen die hij heeft ervaren inconsistent en tegenstrijdig zijn. Eiser heeft wisselend verklaard over de omstandigheden van zijn huwelijk, de kennis van de stamachtergrond van zijn vrouw, en de incidenten die hem zouden zijn overkomen. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende gemotiveerd heeft uiteengezet waarom de verklaringen van eiser ongeloofwaardig zijn. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen als ongegrond en dat het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De uitspraak benadrukt het belang van consistente en geloofwaardige verklaringen in asielprocedures, vooral wanneer het gaat om claims die gebaseerd zijn op persoonlijke en culturele omstandigheden. De rechtbank heeft de beslissing geanonimiseerd gepubliceerd, en eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.