Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 28 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen eiser, een Ghanese man, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 25 september 2024, waarbij hem de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser stelde dat hij een relatie had met een Belgische vrouw en dat de maatregel zijn recht op familieleven, zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM, schond. Tijdens de zitting op 23 oktober 2024 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank overwoog dat eiser niet had aangetoond dat hij rechtmatig verblijf had in België en dat het terugkeerbesluit naar Ghana geldig bleef. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist waren en voldoende waren toegelicht. Eiser had niet betwist dat er een risico op onttrekking bestond en de rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te veronderstellen dat het zicht op uitzetting naar Ghana was komen te ontbreken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.