ECLI:NL:RBDHA:2024:17528
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het overdrachtsbesluit op grond van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het overdrachtsbesluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. Het betreft een overdracht aan de autoriteiten van Duitsland op basis van artikel 26, eerste lid, van de Dublinverordening. Eiser is op 2 juli 2024 staande gehouden en op 8 juli 2024 is aan de Duitse autoriteiten verzocht om eiser terug te nemen. De Duitse autoriteiten hebben op 9 juli 2024 akkoord gegeven en op 22 juli 2024 is eiser daadwerkelijk overgedragen aan Duitsland.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer heeft bij zijn beroep, aangezien hij inmiddels is overgedragen. De gemachtigde van eiser heeft niet gereageerd op herhaalde verzoeken van de rechtbank om aan te geven of er nog contact is met eiser. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep tegen het overdrachtsbesluit.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, in aanwezigheid van griffier mr. B. Voors, en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.