ECLI:NL:RBDHA:2024:17553
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag van Rohingya met Pakistaans paspoort
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, die stelt van Myanmarese nationaliteit te zijn, heeft op 27 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 17 juli 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 4 september 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft aangevoerd dat hij Rohingya is en dat hij niet kan terugkeren naar Myanmar vanwege etnische zuivering. De minister heeft echter gesteld dat eiser in het bezit is van een Pakistaans paspoort en dat hij legaal heeft gereisd met dit paspoort. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zijn Pakistaanse paspoort vals is. Eiser heeft geen contact opgenomen met de Pakistaanse autoriteiten om zijn nationaliteit te bevestigen, wat volgens de rechtbank wel van hem verwacht mag worden.
De rechtbank wijst erop dat de minister in beginsel mag uitgaan van de gegevens in een authentiek bevonden paspoort. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn paspoort op frauduleuze wijze is verkregen. De rechtbank concludeert dat de minister de juiste grondslag heeft gebruikt voor het bestreden besluit en dat er geen aanleiding is om de door eiser gestelde problemen in Saoedi-Arabië of Myanmar te onderzoeken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.