ECLI:NL:RBDHA:2024:17636
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsdocument op basis van afhankelijkheidsrelatie en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser met de Marokkaanse nationaliteit en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument op basis van een afgeleid verblijfsrecht volgens artikel 20 van het VWEU, met de stelling dat er een zeer bijzondere afhankelijkheidsrelatie bestaat met zijn zus, die in Nederland verblijft. De minister heeft de aanvraag afgewezen, omdat volgens haar geen sprake is van de vereiste afhankelijkheid zoals bedoeld in het K.A.-arrest. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiser beroep ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
Tijdens de zitting op 2 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van een zodanige afhankelijkheid tussen eiser en zijn zus, die zou rechtvaardigen dat eiser een verblijfsrecht zou krijgen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn claims te onderbouwen, en de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak benadrukt de hoge lat voor het aannemen van een afhankelijkheidsrelatie tussen meerderjarigen in het kader van het EU-recht en de noodzaak voor de vreemdeling om aannemelijk te maken dat een weigering van verblijfsrecht leidt tot onacceptabele gevolgen. De voorzieningenrechter heeft ook de hoorplicht in bezwaar behandeld en geconcludeerd dat de minister in dit geval van het horen heeft kunnen afzien, gezien de omstandigheden.