ECLI:NL:RBDHA:2024:17877
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 30 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 7 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser op 7 april 2024 zou eindigen. Echter, met de inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire (WBV 2023/3) is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 7 januari 2025 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
De rechtbank concludeert dat op het moment van de ingebrekestelling op 10 april 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is de ingebrekestelling prematuur en is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 30 oktober 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.