ECLI:NL:RBDHA:2024:17882
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.A. Pieters, en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 26 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 9 mei 2023 was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 9 november 2023 zou eindigen, was verlengd door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Hierdoor eindigde de beslistermijn pas op 9 augustus 2024. De rechtbank concludeerde dat de ingebrekestelling van eiseres op 8 augustus 2024 prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidde tot de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.