ECLI:NL:RBDHA:2024:17897
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening asielaanvraag en overdracht aan Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, die door de Minister van Asiel en Migratie was meegedeeld dat zijn asielaanvraag niet in behandeling zou worden genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij aan Spanje zou worden overgedragen totdat op zijn beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op 9 oktober 2024 zou worden overgedragen aan Spanje, en dat de voorlopige voorziening niet binnen de vereiste termijn van 24 uur na het overdrachtsbesluit was ingediend. Desondanks heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen, omdat het belang van de verzoeker om zijn beroepsprocedure in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de verweerder bij de overdracht. De voorzieningenrechter heeft de overdracht geschorst en bepaald dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan Spanje totdat er een uitspraak is gedaan op het beroep. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 875,-. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een bodemgeding niet.