Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 18 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 27 februari 2023 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 26 juni 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser werd verzocht om te reageren op dit besluit, maar heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, het beroep van eiser tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag geen procesbelang meer heeft. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag. Daarom is de rechtbank van oordeel dat verweerder in de proceskosten van eiser moet worden veroordeeld.
De proceskosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.