ECLI:NL:RBDHA:2024:18181

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
NL23.19946
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor verblijf bij moeder zonder vrijstelling mvv-vereiste

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd om bij zijn moeder te kunnen verblijven. Deze aanvraag werd echter afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, bij besluit van 20 juni 2023. Verzoeker maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

Op 9 april 2024 heeft de minister op het bezwaar beslist, maar verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in het beroep (zaaknummer NL24.19235), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Daarnaast werd in de uitspraak vermeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.19946

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. I. Petkovski),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 20 juni 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om
verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Daarnaast heeft hij de
voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 9 april 2024 heeft verweerder op het bezwaar beslist. Verzoeker
heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit (NL24.19235). Op grond van artikel 8:81,
vijfde lid, van de Awb [1] is het verzoek gelijkgesteld met een verzoek hangende dit beroep.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak
zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.19235, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 5 november 2024 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.