ECLI:NL:RBDHA:2024:1822
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 17 januari 2024, wordt het beroep van eiser, mede namens zijn minderjarige zoon, tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 11 december 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk wordt geacht voor de asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 2 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren, maar eiser zelf niet.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiser stelt dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, omdat de belangen van zijn minderjarige kind onvoldoende zijn meegewogen. De rechtbank erkent dat de belangen van het kind niet in het voornemen zijn afgewogen, maar concludeert dat dit eiser niet in zijn belangen heeft geschaad. De staatssecretaris heeft de belangen van het kind alsnog in het definitieve besluit betrokken.
Eiser voert aan dat een overdracht aan Spanje negatieve gevolgen zal hebben voor het welzijn van zijn kind, die eerder in Spanje is aangerand. De rechtbank stelt echter vast dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er concrete aanwijzingen zijn dat de overdracht aan Spanje een reëel risico met zich meebrengt op een behandeling die in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft waarom er geen aanleiding is om de aanvraag van eiser onverplicht in behandeling te nemen op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris eiser en zijn minderjarige kind kan overdragen aan Spanje, zonder vergoeding van proceskosten.