ECLI:NL:RBDHA:2024:18271
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op bezwaarschrift voor faciliterend visum
In deze zaak heeft eiser op 20 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift tegen de afwijzing van de aanvraag voor een faciliterend visum. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft op 5 augustus 2024 verweerder in gebreke gesteld, maar de rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder uiterlijk op 23 oktober 2024 had moeten beslissen, maar dat de ingebrekestelling van eiser te vroeg is ingediend. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 6 november 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.