Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. M.H. Steenbergen, op 19 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De minister heeft op 17 juni 2024 de mvv-aanvraag ingewilligd, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank, zittende in enkelvoudige kamer, heeft op 5 november 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat, nu de minister niet tijdig heeft beslist en verzoekster geheel is tegemoetgekomen, het verzoek om proceskostenvergoeding gegrond is. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand.
De rechtbank heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoekster en heeft tevens bepaald dat de minister het door verzoekster betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens is met de uitspraak.