ECLI:NL:RBDHA:2024:18302
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiseres op 24 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 8 juli 2023 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had haar asielaanvraag ingediend en de wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 8 januari 2024. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 8 oktober 2024 kwam te liggen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en concludeert dat de ingebrekestelling van 7 oktober 2024 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.