ECLI:NL:RBDHA:2024:18316

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
NL24.29153
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was eerder door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster, geboren op een onbekende datum in 2022, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 4 september 2024 was er geen tolk aanwezig, waardoor de voorzieningenrechter het verzoek aanhield tot 12 september 2024. Op die datum is het verzoek behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. F.S. Boedhoe, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. S.H.J. Muijlkens. Een tolk, M.K. Abshidze, was ook aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op 7 oktober 2024 al een uitspraak was gedaan in de zaak met zaaksnummer NL24.29152, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Janssens - Kleijn, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29153
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
en [minderjarige] ,geboren op [2022] ,
(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe),
en
de minister van Asiel en Migratie (voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
(gemachtigde: mr. S.H.J. Muijlkens).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verzoekster is verschenen op de zitting van 4 september 2024. Omdat er geen tolk aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek aangehouden tot 12 september 2024. Op 12 september 2024 heeft de voorzieningenrechter het verzoek, tezamen met de zaak met zaaksnummer NL24.29152, op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M.K. Abshidze. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.29152, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens - Kleijn, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 oktober 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.