Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 3 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 11 april 2023 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 16 oktober 2024 de asielaanvraag van verzoeker ongegrond verklaard. Verzoeker heeft het beroep niet tijdig ingetrokken en heeft verzocht om vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Indien een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoeker heeft beslist, maar gedeeltelijk tegemoet is gekomen door alsnog te beslissen op de aanvraag.
De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan op 7 november 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt.