Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Heida, beroep heeft ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om uiterlijk op 10 februari 2025 een besluit te nemen, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden en de achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor het geval de minister niet tijdig beslist. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na bekendmaking.