ECLI:NL:RBDHA:2024:18358
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 5 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 14 december 2023 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 14 juni 2024, maar door de inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire (WBV 2023/3) is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 14 maart 2025 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
Eiser had op 12 augustus 2024 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 7 november 2024 door rechter M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier A.S.J.I. Hendrickx, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.