ECLI:NL:RBDHA:2024:18367
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van 2 oktober 2023 om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij een referent. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eisers hebben op 6 juni 2024 een eerste beroep ingediend tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag, gevolgd door een tweede beroep op 7 juni 2024. De rechtbank oordeelt dat eisers geen procesbelang hebben bij de beoordeling van hun tweede beroep, aangezien er al een beslissing is genomen op het eerste beroep. De rechtbank kan niet twee keer beslissen op een beroep dat gericht is tegen hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit. Bovendien hebben eisers geen nieuwe feiten of relevante wijzigingen van recht aangevoerd in hun tweede beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.