ECLI:NL:RBDHA:2024:18450

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
NL24.29065
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens ontbreken beroepsgronden

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Igdeli, beroep had ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 4 januari 2023. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer het beroep niet ontvankelijk is.

De rechtbank overweegt dat een eiser in het beroepschrift de gronden van het beroep moet vermelden, zoals vereist in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Dit houdt in dat de eiser moet aangeven op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. In dit geval heeft de eiser geen beroepsgronden ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank op 24 juli 2024 om dit verzuim te herstellen voor 7 augustus 2024.

Aangezien de eiser binnen de gestelde termijn geen gronden heeft ingediend en ook geen reden heeft gegeven voor dit verzuim, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gebleken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29065

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S. Igdeli),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 22 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 4 januari 2023.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Awb maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
2. Iemand die beroep instelt, moet in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dit staat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank – na een herstelmogelijkheid – het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij bericht van 24 juli 2024 verzocht om uiterlijk 7 augustus 2024 dit verzuim te herstellen.
4. Eiser heeft binnen die termijn geen gronden ingediend.
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 8 november 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.