ECLI:NL:RBDHA:2024:18460

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
NL23.33066
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep inzake mvv-aanvraag voor verblijfsdoel familie en gezin

In deze zaak heeft verzoekster op 18 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel ‘familie en gezin’, ingediend op 27 juni 2023. De minister heeft op 12 december 2023 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 8 november 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de minister niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft beslist op de aanvraag van verzoekster, en dat de minister daarmee geheel aan het beroep van verzoekster tegemoet is gekomen. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor ‘licht’ toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33066

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

v-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 18 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op de door [naam] (referent) ingediende aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel ‘familie en gezin’ van 27 juni 2023.
Bij besluit van 12 december 2023 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster ingewilligd.
Verzoekster heeft het beroep ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Bpb. [2] Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. Nu verweerder niet binnen de hiervoor geldende termijn op de aanvraag van verzoekster heeft besloten en deze aanvraag hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van verzoekster tegemoetgekomen.
3. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
€ 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan op 8 november 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Besluit proceskosten bestuursrecht.