ECLI:NL:RBDHA:2024:18513
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had op 27 oktober 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de minister van Asiel en Migratie, op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 2 november 2024 heeft de minister de maatregel van bewaring opgeheven. Tijdens de zitting op 6 november 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft zich in deze procedure beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de bewaring was opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister al een schadevergoeding had aangeboden en dat eiser akkoord ging met de hoogte van deze vergoeding, die de proceskosten van € 875,- dekt. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.