ECLI:NL:RBDHA:2024:18529
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
Op 11 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 17 oktober 2023. Eiser had op 15 mei 2024 een beroep ingediend, omdat de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 17 april 2024 was verstreken. Echter, verweerder, de minister van Asiel en Migratie, had de beslistermijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe termijn op 17 januari 2025 eindigde.
De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van eiser op 22 april 2024 prematuur was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat het niet tijdig nemen van een besluit regelt. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de wettelijke termijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.