ECLI:NL:RBDHA:2024:1866
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op basis van ongeloofwaardigheid van seksuele geaardheid en veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in 1997, diende op 27 november 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 6 december 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet op de zitting verschijnen, maar de gemachtigde wel contact heeft met eiser. De staatssecretaris stelt dat eiser geen procesbelang meer heeft, omdat hij met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank oordeelt echter dat er in dit specifieke geval wel procesbelang is en gaat over tot inhoudelijke beoordeling.
Eiser stelt dat hij homoseksueel is en dat hij in Marokko is mishandeld vanwege zijn seksuele geaardheid. De staatssecretaris acht de homoseksualiteit van eiser ongeloofwaardig en stelt dat Marokko als veilig land van herkomst geldt, waar geen reëel risico op vervolging bestaat. De rechtbank volgt de staatssecretaris in zijn oordeel en concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Marokko een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, oordelend dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.