ECLI:NL:RBDHA:2024:18695
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot zicht op uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 5 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser, geboren in 2001 en van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 8 november 2024 gesloten zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in het laatste vervolgberoep op 5 september 2024. Eiser stelt dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt en dat er geen zicht op uitzetting is. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser en dat er zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is. Verweerder heeft meerdere keren gerappelleerd bij de Marokkaanse autoriteiten en heeft gesprekken gevoerd met eiser over zijn uitzetting.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was en verklaart het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.