Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op de mvv-aanvraag met het verblijfsdoel familie- en gezin voor een derde persoon. De aanvraag is op 20 november 2023 door de minister van Asiel en Migratie ingewilligd. Eiser heeft het beroep gehandhaafd en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de aanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op de mvv-aanvraag. Daarom is de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast.
De rechtbank heeft de volgende beslissingen genomen: het beroep is niet-ontvankelijk verklaard en de minister is veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 11 november 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier.