ECLI:NL:RBDHA:2024:1887
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe elementen en bevindingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de opvolgende asielaanvraag van eiser, een Sri Lankaanse nationaliteit hebbende vreemdeling. Eiser had eerder op 16 december 2021 een asielaanvraag ingediend, die niet leidde tot de verlening van een verblijfsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere claim van eiser, dat zijn vader door de Buda Bala Sana was vermoord, niet geloofwaardig is. Op 4 september 2023 diende eiser een opvolgende asielaanvraag in, waarbij hij negen documenten overlegde ter ondersteuning van zijn relaas. Deze documenten werden echter door Bureau Documenten onderzocht en als niet-authentiek beoordeeld, wat leidde tot de conclusie dat de aanvraag niet-ontvankelijk was.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 18 januari 2024 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat eiser geen procesbelang had, omdat hij op 28 december 2023 met onbekende bestemming was vertrokken. Desondanks heeft de rechtbank besloten het beroep inhoudelijk te beoordelen, omdat de gemachtigde van eiser had aangegeven nog contact met hem te hebben.
De rechtbank heeft vervolgens de relevante wetgeving en jurisprudentie in acht genomen en geconcludeerd dat er geen nieuwe elementen of bevindingen waren die de kans op internationale bescherming voor eiser konden vergroten. De rechtbank heeft de beslissing van verweerder om de opvolgende asielaanvraag niet-ontvankelijk te verklaren, bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen proceskosten vergoed, en de uitspraak is openbaar gemaakt.