In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag behandeld. Eiser had op 7 april 2023 een aanvraag ingediend voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats. Op 5 juni 2023 ontving hij een voornemen tot afwijzing van deze aanvraag, met vergunningnummer 656004. Eiser diende op 19 juli 2023 een bezwaarschrift in, maar dit werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet duidelijk had gemaakt waartegen zijn bezwaar was gericht. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van eiser ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser had met het vermelden van de datum en het vergunningnummer in zijn bezwaarschrift voldoende duidelijk gemaakt dat zijn bezwaar gericht was tegen het voornemen van 5 juni 2023. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens moet verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser vergoeden.