Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.E. Temmen, had een verzoek ingediend tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 5 september 2024 was genomen. In dit besluit werd de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.34710), er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform de Algemene wet bestuursrecht.